Van pers.: lichamelijk en geestelijk in staat zijn arbeid te verrichten.
Zes weken later was de zieke opnieuw werkbekwaam. Het kankergezwel, zo werd door een neutrale kommissie van geneesheren vastgesteld, was volledig verdwenen, Kerk 1976, 90.
Afl.: werkbekwaamheid, arbeidsgeschiktheid; soms ook: mate van kundigheid, die iem. in zijn beroep bezit: beroepsbekwaamheid (Sociaalrechtelijk Wdb. 1958, 208).