Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

uitslapen

betekenis & definitie

Buitenshuis slapen; - bij iem. blijven uitslapen, blijven overnachten, logeren. (Gall., ter vert. van fr. découcher, of een pur. voor logeren),

De ambtenaar, die voor de vervulling van zijn opdracht moet uitslapen, heeft recht op een vergoeding, Schrijft. 1966, 135.

< >