Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

spijshuis

betekenis & definitie

Restaurant; (gemeenz.) eethuisje.

Hij liet door den Vlaamschen Kelder, een befaamd spijshuis gevestigd op den Brouwersvliet, een stevig avondmaal brengen, VAN LOOY 1945, 39.

Het fijnverzorgde spijshuis «De Lekkerbek» met restaurant - crèmerie - wafelhuis, Feestprogramma Rumstse Volksfeesten 1976, p. 3.

Sam.: spijshuishouder, restauranthouder (Dat de nieuwe regering ... het verplichte kwijtschriftsysteem met doorschrijfpapier invoert voor iedere niet-loontrekkende (zoals dokters en spijshuishouders), Knack 13/12/1972, p. 3).

< >