Gebr. verkorting van poesjenellenkelder (zie ald.): marionettentheater, poppentheater; - ook: poppenkast.
Naar de poesje ... trekken wij, en de schele met zijn orgel is erbij, Uit een bekend poppentheaterlied.
De eigenaar van den poesje in de Van Craesbeekstraat was beeldhouwer van beroep en zijn poesjenellen waren echte kunstwerken, VAN LOOY 1945, 12.
Dikwijls ook speelde onze vader met de Poesje voor mij en mijn vrienden. Hij maakte zelf de poppen, de décors en sprak en speelde ook, LIA TIMMERMANS 1962, 21.
Sam.: poesjespeler (VAN LOOY 1945, 12).