Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

mastiek

betekenis & definitie

Stopverf (voor het aanstoppen van glasruiten e.d.); - (siliconen)kit, vooral in de verb. vloeibare mastiek.

Opm.: In de standaardt. wel in de bet.: hars (afkomstig van de mastiekstruik (Pistacia lentiscus); mengsel van harsachtige stoffen, o.a. als dakbedekking gebruikt.

Afl.: mastieken, met stopverf of siliconenkit dichtmaken enz..

< >