Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

loge (logie)

betekenis & definitie

Licht in elkaar gezet, veelal houten, gebouw, als (tijdelijk) onderdak voor allerlei doeleinden: loods, schuur, keet; - in ’t bijz.: afdak als bergplaats; inz. in steenbakkerijen: afdak om de stenen te laten verharden, droogloods.

«Welke afdrager zit haar nu op de hielen? Wat kuren, zoo door de loges te hollen!» grinniken ze. Al wankelend geraakt ze langs het smalle pad in de wandhelling, uit de diepte der kleiputten, WACHTERS 1946, 36.

< >