In de spreekt, het gebr. woord voor: jam.
Ze kunnen niet meer eten.... niets dat lekker is kunnen ze nog verteren en een dun boterhammeken met gelei is seffens al te zwaar, WALSCHAP 1935, 69.
Opm.: In de standaardt. thans uitsl. in toep. op gestold, veelal ook gekookt sap van dierlijke of plantaardige stoffen; lil.