Ter aand. van de groep van topspelers of topfiguren in een bep. sportvereniging, die m.n. voor deelneming aan competitiewedstrijden worden geselecteerd (veelal in tegenst. tot de invallers en de jeugdploegen); kernploeg; in de voetbalsp. bep.: eerste elftal. Daarnaast ook: fanionteam.
Alle elftallen spelen in de kompetities van de KKSFB: de jeugdploegen en de invallers op zondagochtend, de fanionploeg de zondagnamiddag, Gent 19/8/1976, p. 22.
De fanionteams spelen om 16 u. op het Lisp. De provinciale kadettenploegen van beide klubs... zullen vóór de grote broers een wedstrijd spelen, Nieuwsblad 30/4/1977.
Ondanks de onvermijdelijke handicap wegens dienstomstandigheden... wist de fanionploeg van de pompiers toch ieder jaar opnieuw op een ereplaats beslag te leggen, Gazet v. Antw. 28/7/1977.