Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

botermelk

betekenis & definitie

Karnemelk; - (uitdr.) (veel) botermelk in zijn lijf hebben, gedronken hebben enz., een slappeling zijn; ook in de wielersp.: het is nog botermelk e.d., nog niet in vorm zijn, nog onvoldoende getraind.

Ons Clarreke... moest in dien tijd veel botermelk drinken, LIA TIMMERMANS 1962, 9.

Afl.: botermelks, met karnemelk bereid: botermelkse pap (Botermelkse platte kaas, WEYNS, Volkshuisraad in Vlaanderen 1974, 937).

< >