Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

Gepubliceerd op 03-02-2023

atelier

betekenis & definitie

Werkplaats waar reparaties worden verricht.

Ik was vanaf het begin een vurig supporter van Julien. Elk ogenblik dat ik vrij had zat ik bij hem in het atelier aan fietsen te frutselen, JANS/VAN LOOY 1971, 17.

Opm. In de standaardt. uitsl. in toep. op de werkplaats van een kunstenaar, een fotograaf, een modiste e.d.

Sam.: fietshandelaarsatelier (WALSCHAP 1975, 8); atelierchef (Atelierchef-magazijnier met ervaring in machine-onderhoud, Gentenaar 19/5/1977).