Encyclopedie voor Zelfstudie

drs. L.A. Beeloo (1981)

Gepubliceerd op 03-12-2020

wijn

betekenis & definitie

het gegiste sap van druiven. De echte wijn wordt reeds sinds onheuglijke tijden bereid.

De druiven worden eerst in een druivenmolen fijngemaakt. De brij wordt dan in wijnpersen uitgeperst. Wat overblijft, heet droesem of moer, het druivesap most. De most wordt al na enkele uren troebel en begint te gisten. De gistzwammen, die normaal op de schil voorkomen, zetten de druivesuiker om in alcohol (wijngeest) en koolzuur, dat als gas ontwijkt. Zo ontstaat in de gistkuipen de jonge wijn, die daarna in fusten (vaten) in twee tot vier jaar rijpt.

Vanuit de fusten bottelt men de wijn in flessen. Rode wijn verkrijgt men doordat men de rode of blauwe schil enige tijd mee laat gisten. Een deel van de kleurstof gaat dan in de wijn over. Schuimende of mousserende wijn (champagne of bij Duitse wijn sekt genoemd) ontstaat als men deze al jong met wat suiker in flessen doet, waar het gistingsproces zich dan voortzet. Meestal duurt het jaren voor deze wijn goed is. Wijnen kunnen zeer van elkaar verschillen; dit ligt aan de streek, de wijnstok zelf en de al of niet warme zomer (slecht of goed wijnjaar).

< >