Zeemans woordenboek

Jacob van Lennep (1865)

Gepubliceerd op 11-07-2022

Rantsoen

betekenis & definitie

z.n.o.

1. Hoeveelheid brood, mondkost, drank enz. die aan de manschap wordt uitgedeeld. Anderhalf rantsoen (onderofficiers rantsoen.) Enkel rantsoen (matrozen rantsoen).
2. Voor rantsoenhouten.

De ronde kimmen en rantsoenen zijn beloopen

Van schuim, door zulk een slagh oprijzende uit den grondt.

Antonides. IJstroom.

< >