z.n.v. - Toestel, dienende om het water uit het ruim te voeren. Zuigpomp, Slagpomp, Aan de pomp (komm. om zich by de pomp te begeven en die te doen werken).
Pomp met dubbelen Zuiger (in gebruik op groote schepen). Kettingpomp (die in zich metalen platen bevat, van afstand tot afstand aan een rondloopende ketting vast en in de pompbuis sluitende, door welke het water naar boven wordt opgevoerd) Stevenpomp, Spoelpomp, kromme, gebogen pomp van het ruim, Ruimpomp, Handpomp, Perspomp. De pomp geeft water. De pomp is lens (ledig). De pomp is onklaar, is lek, is verstopt. Volk aan de pomp zetten. Spreekwijze: Brui naar de pomp. (Loop hier van daan en bemoei u met uw werk).