Lexicon van de Yoga

Helen Knopper (1976)

Gepubliceerd op 17-08-2020

PRANAYAMA

betekenis & definitie

kennis en beheersing van het Prana; vierde stap op het Achtvoudige Yogapad van Patanjali. Het lichaam moet volledig ontspannen zijn, vóór men aan p. gaat beginnen. [Zie: Ontspanningsoefening.] De plek waar men zijn dagelijkse Asanas en p. doet, moet schoon zijn en gevuld met verse zuurstof.

Dus niet bij het ontwaken in een benauwde slaapkamer Ademoefeningen of p. gaan doen. p.-oefeningen dienen altijd te worden opgevolgd door een langere of kortere Dhyana, anders hebben ze weinig zin en gaan ze direct weer in allerlei activiteiten verloren, met als resultaat grote prikkelbaarheid en rusteloosheid, zelfs nog uren na de oefeningen. Tussen de ademhaling en emotionaliteit bestaan nauwe betrekkingen. Iemand die kalm is, haalt rustig adem en iemand die rustig heeft leren ademhalen, straalt kalmte uit. Iemand die sterk geëmotioneerd is, haalt vlug en onregelmatig adem en bij iemand in wie de emoties wat tot rust zijn gekomen, gaat de ademhaling langzamer en regelmatiger. Iemand die door middel van p. zijn adem heeft leren beheersen, zal niet meer zo emotioneel reageren, maar eerst tot tien tellen. Het laatste sluit spontaniteit niet uit, iets waar velen bang voor zijn.

Evenwichtigheid, verworven door p., gaat heel goed samen met spontaniteit en positieve impulsen met betrekking tot de medemens. De beste houdingen voor p. zijn de Padmasana en de Siddhasana. De Kleermakerszit wordt afgeraden, omdat dat toch geen erg 'vaste zit' is. Gewaarschuwd wordt geen Asanas te doen na p. en de adem bij geen enkele oefening te forceren of te persen, behalve in de Bhastrika. De p.'s, zoals hieronder vermeld, moeten feitelijk onder leiding gedaan worden. Voor lichte Ademoefeningen, zie: Ademoefeningen.

Belangrijkste p.'s zijn: Bhastrika, Bhramari, Kapalabhali, Nadi Sodhana, Sitali, Sitkari, Suryabhedana en Ujjayi. Zie voorts nog: Kumbhaka, Bandhas en Mudras.