Lexicon van de Yoga

Helen Knopper (1976)

Gepubliceerd op 17-08-2020

BHAGAVAD-GITA

betekenis & definitie

het Lied van de Heer; heilige boek van de Hindoe. De B. is een episode van het Mahabharata, dat in 500 v.

Chr. door Vyasa geschreven zou zijn. Het bevat 18 hoofdstukken, of Puranas, die samen 700 verzen vormen. De B., die de spirituele, emotionele en ethische aangelegenheden van de mens omspant, is van begin tot eind een samenspraak tussen de god Krishna en de krijger Arjuna. Terwijl Krishna als Arjuna's wagenmenner fungeert, beantwoordt Krishna alle vragen van Arjuna. De laatste voelt zich namelijk bezwaard een oorlog te moeten voeren tegen bloedverwanten en acht het op ethische gronden niet verantwoord. In de eerste twee hoofdstukken [die voor een westerling misschien moeilijk te aanvaarden zijn, omdat hij er tegenspraken in meent aan te treffen] leert Krishna Arjuna wat de juiste wijze van handelen is.

In de drie daaropvolgende 'Boeken van Devotie' verkrijgt Arjuna inzicht omtrent geestelijke kennis en de konsekwenties bij het verzaken van handelen. In Hoofdstuk vi bewerkstelligt Krishna de verzoening tussen actie en contemplatie en spoort hij Arjuna aan een Yogi te worden en de koninklijke weg van zelfbeheersing te gaan. De tweede helft van de Gita handelt over het onderscheidingsvermogen en vanaf Hoofdstuk XIV, dat gaat over de belangrijke Gunas, worden de onderscheidingen steeds genuanceerder. Ten slotte trekt Arjuna toch ten strijde en behaalt de overwinning. Het einde van Hoofdstuk vi kan wel als de kwintessens van de Gita worden beschouwd, omdat absolute devotie op de godheid automatisch zelfbeheersing, onbaatzuchtigheid en werkdadigheid teweegbrengt, eigenschappen waar het Krishna om begonnen was: 'Doch boven alle toegewijden wordt hij door mij als 't meeste toegewijd beschouwd die mij vereert, vol van geloof, zijn hart op mij gericht.' [Hoofdstuk vi:47]. Zie: Arjuna; Karma-Yoga; Raja-Yoga.