Wat is de betekenis van verzaken?

2024-04-26
Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

verzaken

(1989) (Delft, stud.) niet naar de sociëteit (de Zaak) gaan. • Phoenix, de sociëteit van het Corps, wordt door de leden 'De Zaak' of 'Club' genoemd en je aanwezigheid daar heet 'zaakbezoek'. Iemand die niet vaak komt 'verzaakt'. (Delta 17/08/1989)

2024-04-26
Nederlandstalige WikiWoordenboek

Wiktionary (2019)

verzaken

verzaken - Werkwoord 1. (ov) een plicht niet nakomen, verzuimen, verloochenen 2. (ov) bij het kaartspel: een troef of kleur niet bekennen Woordherkomst afgeleid van zaken met het voorvoegsel ver- Verwante begrippen achterstellen, nalaten, uitlaten, weglaten

2024-04-26
Muiswerk Educatief

Muiswerk Educatief (2017)

verzaken

verzaken - regelmatig werkwoord uitspraak: ver-za-ken 1. niet nakomen, er ontrouw aan worden ♢ je hebt de rommel niet opgeruimd en daarmee je plicht verzaakt 1. de duivel verzaken [niet langer doen...

2024-04-26
Jargon & Slang van Studenten

Marc De Coster (2017)

Verzaken

Verzaken - iemand die niet vaak naar de Zaak gaat (Delft).

2024-04-26
Bridge Opzoekboek

drs. Toine van Hoof (2017)

verzaken

Niet bekennen terwijl men dat wel had gekund. Zie ook: verzaking

2024-04-26
Wielerwoordenboek

Fons Leroy en Wim van Rooy (2010)

verzaken

verzaken: niet aan de kop willen rijden, niet mee willen draaien in een ontsnapping.

2024-04-26
Vlaams-Nederlands woordenboek

Peter Bakema (2003)

verzaken

(verzaakte, verzaakt) plannen opgeven, alle hoop laten varen. Op een bepaald moment in ons leven worden we namelijk onvermijdelijk geconfronteerd met het Grote Dilemma: een gezin beginnen met de partner van wie we houden en dus automatisch verzaken aan al de rest van het schoon dat daar buiten rondloopt, of eeuwig blijven jagen. - FET, 13-11-2002....

2024-04-26
Zuidnederlands Woordenboek

Walter De Clerck (1981)

verzaken

In de verb. verzaken aan (gall., ter vert. van fr. renoncer à), verzuimen, afzien van, afstand doen van; soms bep.: opgeven, afleren; (iem., iets) afwijzen, laten varen; in de standaardt. wel in trans, gebruik: iem., iets verzaken. - Zie verder de Opm. Zij verzaakte in haar hart aan den man dien zij liefhad om langer he...

Wil je toegang tot alle 20 resultaten?

Ja, ik word vriend van Ensie!
2024-04-26
Frysk Wurdboek (Friesch woordenboek)

Fa. A.J. Osinga (1952)

Verzaken

v., forsaekje, forsake, missaekje.