XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Vingboons

betekenis & definitie

Vingboons - Een Amsterdamse kunstenaarsfamilie. De vader David Vinckboons (Mechelen 1576 - Amsterdam 1632) was schilder van landschappen, genrestukken en bijbelse taferelen. Van hem is een ontwerp bekend voor een raam in de Zuiderkerk*. Hij trouwde in 1602 met Agneta van Loon. Uit dit huwelijk zijn tien kinderen geboren: Pieter (ca. 1605-1644), kaartmaker en ingenieur; Philips (ca. 1607-1678), kaartmaker, schilder en architect; Cornelia (ca. 1609-1684); Catharina (ca. 1612-1671); Johannes (ca. 1616-1670), kaartmaker en graveur; Justus (ca. 1620-1698), kaartmaker en architect; David (ca. 1622-1679) kaartmaker; Maria (ca. 1625-1680); Agneta (ca. 1626-1698) en als laatste kind Aernout (ca. 1629-1702), notaris.

Voor de Amsterdamse architectuur zijn Philips en Justus van groot belang geweest. Zij hebben het door Jacob van Campen* hier in de bouwkunst geïntroduceerde classicisme verder uitgebreid en zo populair gemaakt, dat er zelfs een geveltype naar hen genoemd is: de Vingboonsgevel. Kenmerkend voor deze gevels is de soms strenge, soms vrijere toepassing van pilasters, kroonlijsten, kapitelen en andere klassieke onderdelen, volgens de ordeboeken van Scamozzi, Palladio, Serlio, Vignola en, in Nederland, Vredeman de Vries*. De ordeboeken waren als het ware handleidingen voor architecten, gebaseerd op de ideale maten en verhoudingen van de klassieke architectuur. Het eerste huis dat van Philips bekend is, Herengracht 168 (1638), was voor de rijke koopman Michiel Pauw. Dit huis had nog een vlakke, natuurstenen gevel met boven de vensters afwisselend driehoekige en segmentvormige frontons en met een top met een trap, waarvan de hoeken met eenvoudige klauwstukken opgevuld waren. Bij een verbouwing tussen 1728 en 1734 zijn de vensterfrontons verdwenen. Bij het huis Keizersgracht 319 (1639) zien we de eerste toepassing van pilasters.

Latere huizen van Philips in Amsterdam zijn o.a. Singel 548 (het latere huis van Huidekoper*, 1639, in 1943 door een neerstortende bommenwerper verwoest), Rokin 145 (1641-1642, de overgebleven linkerhelft van een tweelinghuis, gebouwd voor Pieter Jansz. Sweelinck), Kloveniersburgwal 95 (1642, met een vijf ramen brede pilastergevel voor Joan Poppen), Kloveniersburgwal 77 (1650), het brede pand De Ladder Jacobs, Oudezijds Voorburgwal 316 uit 1655 en de Cromhouthuizen, (Herengracht 364-370, 1660). Werk van Philips uit zijn laatste periode is zeer streng en eenvoudig van vormgeving: Herengracht 450 (1670) en Herengracht 412 (1667), evenals de Wevershuizen* uit de jaren zeventig van de 17de eeuw. Zijn broer, Justus Vingboons, is in Amsterdam vooral bekend door de bouw van het Trippenhuis* (1660-1662). De jaren daarvoor werkte hij in Stockholm als architect aan het Riddarhus, de zetel van de hoge adel in Zweden. Het merendeel van de werken van Philips Vingboons is afgebeeld in het door hem en zijn broer Justus uitgegeven boek "Afbeeldsels der voornaemste gebouwen uyt alle die Philips Vingboons geordineert heeft", dat in twee delen in 1648 en 1664 het licht zag.

Lit. Dr. I.H. van Eeghen, Een Vingboonshuis geschilderd door Hondecoeter, J.A. 1960, 90; id. De vier huizen van Cromhout, M.A. maart 1966, 52; Martin Pruijs, Philips Vingboons en de regel van de Vijf Ordens der Architecture in Amsterdamse Monumenten, 1988; Koen Ottenheijm, Philips Vingboons Architect, 1607-1678, 1989; Friso Lammertse, Het kunstbedrijf van de familie Vingboons: schilders, architecten en kaartmakers in de gouden eeuw, 1989, G. Kemme, Vingboons' huizen in Amsterdam, 1990.