Uitdam - Dorp op de grens van A. en Broek in Waterland, waartoe het behoort, wordt beschermd door de Waterlandse Zeedijk. Het ligt aan het einde van de Uitdammer Die, waarvan de naam Die afkomstig is, een Waterlandse benaming voor een meer of plas, is de samenvoeging van D'Y, dat water betekent. Hoewel het dorp nu slechts weinig inwoners telt, beleefde het in de glorietijd van de Amsterdamse koopvaardij, toen deze haar weg had over de Zuiderzee, een grote bloei.
Hier woonden de mensen die de grote schepen met scheepskamelen* over het verzande Pampus* sleepten. Uitdam noemde men vroeger "Schyteldoexhaven", "om de menigte van de witte Luieren, die de vrouwen vooraan de Huyzen te drogen hingen en in Zee gezien werden" (Hendrick Jacobz Soeteboom: De Soetstemmende Zwaane van Waterland, 1702). Uitdam heeft een vissershaven, die tegenwoordig vooral voor de watersport wordt gebruikt.
Lit. J. Trouw, Waterland onder de rook van Amsterdam, O.A. 1949, 34; J.A. Groen jr, Het land rondom Amsterdam, 1969; id. Tussen dijken en dieën, 1971; J.A. Persman, Storm in Uitdam, O.A. 1973, 234; Henriëtte Lakmaker, Amsterdammers op vakantie, O.A. 1993, 170.
