XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Spui

betekenis & definitie

Spui - Tot omstreeks 1420 vormde het Spui de uiterste zuidgrens van de Nieuwe Zijde*. "Der stede graft" heette het toen, een naam die met de uitbreiding* van de stad in de 15de eeuw op het Singel overging. De naam Spui dankte het water daarna aan een sluis en een waterkering, ongeveer naast de Oude Lutherse Kerk*. Voor de demping in 1882 was het Spui een schilderachtig watertje met vele bruggen: de Osjessluis* in de Kalverstraat, de bruggen naar de N.Z. Voor- en Achterburgwal (deze laatste na de demping in 1867 Spuistraat* genaamd) en aan de Singelzijde het sluisje, dat de bijnaam Boerenverdriet* had vanwege het lange wachten voor de boerenschuiten. Aan de gevels van het Begijnhof* is te zien dat de straat hier vroeger veel lager moet hebben gelegen; voorbij de Kalverstraat, aan de zijde van Arti et Amicitiae*, hebben de huizen zelfs aan het water gestaan.

Het grote kantoorgebouw aan de overzijde is in de plaats gekomen van oude pakhuizen. De reeks Begijnhofhuizen werd oorspronkelijk afgesloten door het bak-, was- en ziekenhuis van de begijnen. Later (1597) kwam hier de Venetiaanse glasblazerij van Antonio Obisy en in de 19de eeuw werd het pand omgebouwd tot een verenigingsgebouw, dat de naam "Eensgezindheid" (1851) kreeg, het huis met de hoge stoep. Nu is er een piano- en muziekhandel. Oorspronkelijk behoorde deze grond bij het Begijnhof. Na de Tweede Wereldoorlog gingen auto's en trams steeds meer de sfeer op het plein bepalen. In de jaren zestig was het Spui het toneel van de happenings van Provo* rond het Lieverdje*. De laatste tien jaar heeft de gemeente de verkeersoverlast ingeperkt. Na een opknapbeurt en herinrichting, waarbij bomen zijn geplant en banken geplaatst, is het grootste deel van het plein aan de voetganger teruggegeven. De café's, terrassen, boekhandel Athenaeum en

LIT. C.A.L. Sander, Opgravingen aan het Spui, O.A. 1956, 7; Hi-Ha-Happening. Uit de memoires van provo Peter Bronkhorst, O.A. 1990, 144.