XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Pakhuizen

betekenis & definitie

Pakhuizen of spijkers - afkomstig van het Latijnse spicarium (dat korenschuur of graanzolder betekent) - zijn voorbeelden van praktische utiliteitsbouw. De bouwers van pakhuizen in de 16de eeuw moeten zich wel volledig hebben ingeleefd in de doelmatigheidseisen ervan. Tot ver in de 19de eeuw kon het type pakhuis, dat in de 16de eeuw gebouwd werd, nagenoeg ongewijzigd worden overgenomen. De oude bleven staan, als zij nog bruikbaar waren, en de nieuwe werden in dezelfde stijl opgetrokken met dezelfde indeling. Men kan verschillende typen onderscheiden, waarvan de vertegenwoordigers nog steeds langs de grachten te zien zijn.

Wij nemen hierbij de classificatie over van mevr. dr M. Révèsz-Alexander uit haar studie "Die alten Lagerhäuser Amsterdams". Zij onderscheidt het enkele smalle pakhuis met een zolderdeurrij; het dubbelhuis, bestaande uit twee eendere pakhuizen; de rij pakhuizen, bestaande uit eendere typen, soms wel vijftien; het enkele brede pakhuis met twee of drie zolderrijen onder één gevel; de ritmische groep, samengesteld uit brede en smalle pakhuizen; de combinatie van pakhuis en woonhuis, zoals die nog bij enige oude pakhuizen in de stad voorkomt, en enkele combinatietypen. De meeste pakhuizen bestaan uit vier verdiepingen, vier zolders, die alle een grote, dubbele deur aan de voorzijde hebben. Gewoonlijk hebben de bouwmeesters zich gehouden aan de praktische eisen die aan hun bouwsels werden gesteld, zodat versieringen, ornamenten en dergelijke aan de pakhuizen zeldzaam zijn. Wel vindt men op de meeste pakhuizen een met helderwitte letters op de bruine of groene deuren aangebrachte naam, vooral op de middelste verdieping. Vaak ook bracht men een simpele beeltenis aan, zodat de sjouwers zich niet zouden vergissen bij het binnensjouwen van de goederen.

De namen van de pakhuizen zijn vaak ontleend aan de landstreek of de stad, waarmee de oorspronkelijke eigenaar van de "spijker" handel dreef. Andere pakhuizen werden genoemd naar de producten die erin opgeslagen werden of dikwijls ook gewoon naar dieren of naar bepaalde beroepen. Ook vrome spreuken of behartigenswaardige zaken als "De Eendragt" komen op de gevels voor. Jaartallen ziet men weinig. De vermaardste pakhuizengracht is de Brouwersgracht*, waar vele exemplaren van zeer uiteenlopende typen zijn te bewonderen. Maar ook het Entrepotdok*, de Oudeschans*, de Oudezijds Voorburgwal, het Prinseneiland*, het Waterlooplein (het Arsenaal*) en de hoofdgrachten (Prinsengracht bij de Leidsegracht), leveren nog vele mooie specimina op van deze oude utilitaire bouwkunst. Vele pakhuizen zijn verbouwd tot appartementencomplexen.

LIT. Dr Magda Révèsz-Alexander, Die alten Lagerhäuser Amsterdams, 1928; A.J. Bonke, Nieuwe bestemming voor pakhuizen en vemen, O.A. 1990, 2; Lofts of Amsterdam, 2000.