XYZ van Amsterdam

J. Kruizinga, Gerrit Vermeer (2002)

Gepubliceerd op 22-06-2018

Amsterdam-Rijnkanaal

betekenis & definitie

Amsterdam-Rijnkanaal - Reeds koning Willem I had aan de noodzakelijke verbetering van de verbinding van A. met de bovenloop van de Rijn de nodige aandacht geschonken. De jaren door waren ook wel verbeteringen tot stand gekomen, maar een bevredigende oplossing voor een verbinding van de Amsterdamse haven met het achterland was niet bereikt. Maar pas in 1931 nam de regering een plan aan, waarbij ook de verbetering van het Merwedekanaal bij Utrecht op de agenda stond. De oorlog heeft echter de snelle uitvoering van het plan verhinderd. Na de bevrijding werd het werk eerst snel hervat, daarna weer vertraagd, maar sinds 1949 opnieuw in versneld tempo voortgezet.

De scheepvaartverbinding tussen A. en Wijk bij Duurstede-Tiel, met een zijtak naar Vreeswijk, werd op 21 mei 1952 door koningin Juliana geopend. Hierdoor werd de vaartijd tussen de hoofdstad en de Rijn met de helft bekort. De aanleg van dit moderne kanaal van 100 m breed en 5 m diep, wel het drukste kanaal van Europa genoemd, kostte ruim 90 miljoen gulden. Met de ingebruikname van de keersluis bij Ravenswaay op 13 okt. 1981 door koningin Beatrix werd het einde bereikt van de verruimings- werkzaamheden aan het kanaal. Deze verruiming bleek vrij spoedig na de opening al nodig. De daadwerkelijke uitvoering begon echter pas in 1965 met het vernieuwen van de spoorbruggen bij Utrecht en Weesp. Sinds die tijd zijn tien bruggen vervangen en zes nieuwe gebouwd, terwijl over de 72 km lengte van het kanaal zo'n 20 miljoen kubieke meter grond werd verzet. Nieuwe oeververdedigingen werden aangebracht en twee schutsluizen en een keersluis werden gebouwd.

Alles bij elkaar een investering van 700 miljoen gulden. Het kanaal wordt ook wel de snelweg van de scheepvaart genoemd. Jaarlijks maken ruim 90.000 (beroeps)schepen gebruik van het kanaal. Deze vervoeren miljoenen tonnen goederen, waaronder gevaarlijke stoffen. Bovendien worden de afmetingen van de schepen ook steeds groter. Daarom heeft Rijkswaterstaat in mei 1998 het Verkeersbegeleidingssysteem in gebruik genomen. De scheepvaart wordt bij drie knelpunten in het kanaal met radar gevolgd. Het gaat om punten bij de Oranjesluizen* te Schellingwoude), bij het traject Maarssen/Utrecht en bij de kruising van het kanaal met de Lek.

LIT. J.C. van den Berg, Amsterdam-Rijnkanaal, M.A. jan. 1949, 33; G.M. Greup, De Rijnverbinding van Amsterdam en haar geschiedenis, 1952; G.H. Knap, Amsterdamse Rijnvaart, M.A. mei 1952, 69; M.G. Niessen, Wat de Amsterdamse haven nodig heeft, O.A. 1971, 150; L Jansen, Van baggerplaats tot Zuiderzeeweg, O.A. 1978, 362; Honderd jaar Merwedekanaal, O.A. 1992, 154; Alfred Bakker, Vorm en bouw van het oostelijk havengebied, O.A. 1994, 86.