Gepubliceerd op 18-08-2020

Stok

betekenis & definitie

Souche. Talon.

Het deel van een effect, dat overblijft na afscheuring der coupons. Het gedeelte, dat in een bonboek achterblijft, nadat men de bons eruit heeft gescheurd. Stok van een chèqueboek, van een kwitantieboek. Bij het kaartspel is de stok het stapeltje kaarten, dat overblijft, wanneer alle spelers van een bepaald aantal kaarten zijn voorzien.