(1980+) (scheldw.) warrig persoon; iemand met veel fantasie, die steeds in hogere sferen verkeert en er vreemde denkbeelden op na houdt; zweverig iemand. De vrouwelijke variant is de 'zweefteef', volgens Van Dale een vulgair scheldwoord voor een vrouw met zweverige denkbeelden of interesses. Frenk van der Nederlanden, journalist bij het Parool, bestempelde columniste Ebru Umar na de moord op Theo van Gogh als een 'zweefteefje'. Ook het medium Jomanda wordt op internetforums wel eens een zweefteef genoemd. Het woord 'zweefkezerij' vonden we nog terug bij Wim de Bie (De Boekcorner van ... Goos Verhoef!). Een ietwat neutralere term is alto*.
• Hij was van hot naar her gerend en had met alles wat zich pers noemde gesproken, hoe absurd het soms ook was, en dan kwam er zo'n lijzige 'zweefkees' op hem af, die zei: 'Hé, dat is jouw trip, man.' (Elsevier, 02/04/1988)
• We krijgen een fantastisch inzicht in doorgeslagen jongelui, diep zwakzinnige mensen en doorgedraaide zweefkezen. (Nieuwe Revu, 29/04/1998)
• De tekeningen van Ronald Genefaas zijn sferisch. Hij omschrijft het als 'dat ieder iets anders kan zien en voelen bij het bestuderen van een dergelijk kunststuk'. De werken van Genefaas, die nog deze hele maand te zien zijn in het stadskantoor, zijn transcendent vervaardigd. Genefaas: "Ik ben geen zweefmuts of zo, ben zelfs zo geaard als de pest." (BN/ De Stem, 02/07/2002)
• Heeft de diva de glamour ingeruild voor de spiritualiteit? Is de fles roze champagne vervangen door een mok met kamillethee? Patty: ,,Welnee. Ik ben helemaal niet zo'n zweefkont, geen geitenwollen sok. Ik wil best in therapie, maar dan wel met een goeie Dior-laars aan.'' (Patty Brard in Algemeen Dagblad, 29/09/2004)
• Het boek staat hoog aangeprezen in wat we netjes de theosofische hoek kunnen noemen. Toch acht deze fan zich geen zweefteef. 'Ik sta gewoon met mijn beide benen op de grond. Er bestaan vast nuchterder mensen maar ik ben realistisch ingesteld.' (Mare Di Libri, 09/12/2004)
• Vanaf nu houdt iedereen nog meer van die tikje wereldvreemde Juliana, die een kleine vijftig jaar in een echtelijke hel moet hebben geleefd. Als ik haar was, had ik me ook aan een Oibibiaanse zweefteef als Greet Hofmans vastgeklampt. (Youp van 't Hek in NRC Handelsblad, 18/12/2004)
• Wees dan misschien nog maar liever de zweefteef. De zweefteef is een harmonieus wezen, dat lustig rondshopt in de wondere winkel van spirituele sinkel. Ze trekt een horoscoopje van de plank, gooit nog een aurafoto in d'r mandje en weet dat geluk bestaat bij het vrede vinden in en met jezelf. Hoewel een tikje vermoeiend, heeft de zweefteef vaak het beste met je voor, zolang je maar niet aan haar zweeffundamenten komt. Dan kan het namelijk zijn dat de zweefteef het zweven begint te vergeten en onverhoopt gaat secreten. (Nieuwe Revu, 18/11/2005)
• Het formatieberaad mag niet te lang meer duren, want ik begin lichtjes verliefd te worden op Joëlle Milquet. Ze hoeft alleen maar het zijraampje van haar auto neer te laten, en ik ben klaarwakker. Dat waas van misprijzen over het gezicht, die glaciale blik, het pruilmondje vlezig als een perzik: heerlijk! Misschien is ze wel een bimbo-feminist, zeker geen zweefmuts. (De Morgen, 02/08/2007)
• Omdat de kwantumfysica zichzelf nog aan het uitvinden is terwijl het tegelijk de wereld verklaart – en openstaat voor de wildste gedachte-experimenten – trekt het ook zweefkezen en malloten aan, zoals de aanhangers van The Secret die denken dat ze het universum in hun eigen richting kunnen buigen. (MacFan 78, september-oktober 2008)
• Je hebt de zweefmiepen voor homo's die geïnteresseerd zijn in paranormale verschijnselen. (HP/ De Tijd, 01/04/2011)
• Ik had niet bepaald een moederlijk uiterlijk en leek gelukkig ook niet op zo'n zweefmuts met vleugeltjes als mijn moeder. (Annemarie Bon: Oppassen. 2011)
• De krant vertegenwoordigde een groep, luxe vrijdenkers, laagopgeleide nouveaux riches, wereldverbeterende zweefkezen, eeuwig feestvierende proleten, nu ja, wat de Nederlandse volksaard te bieden heeft. (Gerrit Komrij: Twee punt nul. 2013)
• Ik heb helemaal geen tijd om te mediteren, zweefteef. (Roos Schlikker: We rommelen maar wat aan. 2016)
• Ik schijn een aardige jongen te zijn, voor sommige zweefkousen zelfs een hoogstaand mens, edel de principes van de I Tjing tot zich nemend (Alfred Birney: De tolk van Java. 2016)
• En ik ben ook geen zweefmuts geworden in een lange paarse jurk. (Provinciale Zeeuwse courant, 24/06/2017)
• Daar staat hij godzijdank niet alleen voor. De dag na het bezoek van Demir kreeg hij de hulp van Ingeborg. Ingeborg? Die van het Songfestival, de VTM-presentatrice van Blind date vroeger. De zweefmuts van haar eigen yoga- en meditatiebedrijf, iemand die zich permanent bevindt in een mentale toestand die andere mensen alleen middels medicatie, speciale paddenstoelen of de inname van enige eenheden distillaat kunnen bereiken. (De Standaard, 09/09/2017)
• Maar met dat verlangen naar een diepgravendere verklaring moest je oppassen, want voor je het wist werd je ingedeeld in het kamp van de zweefteven en de cartesiaanse dualisten, of, nog erger, de creationisten. (Jamal Quariachi: Herinneringen in aluminiumfolie. 2017)
• Volgens de gemiddelde zweefteef heeft een boom namelijk ook gevoel! (Youp van ’t Hek: Ijdel onkruid. 2017)