zweefkees, zweefkont, zweefkous, zweefmiep, zweefmuts, zweefteef
(1980+) (scheldw.) warrig persoon; iemand met veel fantasie, die steeds in hogere sferen verkeert en er vreemde denkbeelden op na houdt; zweverig iemand. De vrouwelijke variant is de 'zweefteef', volgens Van Dale een vulgair scheldwoord voor een vrouw met zweverige denkbeelden of interesses. Frenk van der Nederlanden, journalist bij het Parool, bes...