Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 17-08-2021

wippen

betekenis & definitie

1) (1906) (Barg.) bemachtigen, wegnemen, stelen.

• (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• Die engert van een Cor mocht tóch op hem rekenen. Als hij moest figeleeren of iets voor haar wippen,... hij deed het voor een schimmetje.... (Israël Querido: De Jordaan: Amsterdamsch epos. Deel 3: Manus Peet. 1922)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)

2) (1872) (sold.) degraderen.

• Wippen, (mil.), degradeeren, terugstellen uit den eenen of anderen militairen graad tot gewoon soldaat. (Taco H. de Beer en E. Laurillard: Woordenschat, verklaring van woorden en uitdrukkingen. 1899)

3) (1829) (ook: een wipje maken) (inf.) copuleren, neuken. Het werkwoord 'wippen' (eigenlijk: spelen op een wip, een speeltuig) in de betekenis van 'geslachtsgemeenschap hebben' werd al opgetekend in de 19de eeuw maar is allicht veel ouder. In de 18de eeuw kende men 'wipperij' in de zin van 'geslachtsgemeenschap, coïtus'. Dat woord is ondertussen verouderd. In dezelfde eeuw kende men nog de werkwoorden 'wipperwappen' en 'wipstaarten'. 'Wipperwap' was een versluierende benaming voor de vagina. Al deze woorden zijn thans verouderd. In de jaren zestig van de twintigste eeuw, toen er rellen uitbraken in de Haagse Schilderswijk, verklaarde ene Rinus de Wipper ten overstaan van tv-camera's hoe vreselijk het bestaan in de Schilderswijk was. En als je eens lekker wilde 'wippen', zei hij, kon iedereen meeluisteren.

• Van morrege wor ’k wakker en daar zeit de gebenchte memme: “vader wad-heit-u van-nacht weer met moeder gewipt—U begrijp me: gewipt!—Gijn van zoo’n kind!...” (Herman Heijermans: Diamantstad. Tweede druk. 1906)
• Was dit niet een vernederend, een honds, ja bestiaal wippen op een volkomen vreemd en vies lichaam…. (Max Dendermonde: Een blauwe maandag op aarde. 1965)
• (Enno Endt: Een taal van horen zeggen: Bargoens en andere ongeschreven sterke taal. 1969)
• Tegenwoordig is het wippen. Ik zal daar nooit aan wennen. Wippen, dat dee ik in de speeltuin- dus met zo'n verleden dan wen je niet meer aan zo'n woord. (Rinus Ferdinandusse: Als je nog eens wat weet. 1972)
• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• Ik zat een pilsje te drinken in de zon en ik kreeg zin om te wippen. (Lydia Rood: Beide benen. 1990)
• Als ze hun tekst niet kennen en bovendien nog te lamlendig zijn om tussen de bedrijven door een wipje te maken, dan zijn ze als acteurs geen knip voor de neus waard... (Nieuwe Revu, 01/08/1991)
• Eerst hadden ze ruzie gekregen en daarna had Willem gehuild en gezegd dat hij niets waard was, en zij had hem tegengesproken en de mythe weer opgetrokken. En daarna hadden ze gewipt. (Lydia Rood: Buslucht. 1992)
• Hoe zou jij het vinden als ik vanmiddag met een andere vrouw had liggen wippen? (Lydia Rood: Gedeelde genoegens. 1996)
• Afzonderlijk van elkaar vertelden zij dat hun vader sloeg, met zijn vrouw “een wippie maakte” in hun bijzijn en vaak schreeuwde. (Trouw, 15/03/1997)
• Ik was nooit echt verliefd op de jongens met wie ik naar bed ging. Het waren gewoon leuke boys om mee te wippen. (Nieuwe Revu, 27/10/1999)
• Hij vindt dat het wippen van dezelfde man met dezelfde vrouw iets moois heeft. (Youp van ’t Hek: Bacteriën moeten ook leven. 2008)
• Dat leven speelt zich af in de Doedijnsstraat 114, hartje Schilderswijk. Een volksbuurt die eind jaren zestig landelijk op de kaart wordt gezet als een asociaal broeinest, door een televisieprogramma over ‘Rinus de Wipper’. Nico: ‘Die Rinus vertelde doodleuk dat als hij lag te wippen de kinderen op zijn rug zaten, of meekeken als hij achterlangs ging. (Hendrik Jan Korterink: De Haagse penose. Achter de schermen van een gesloten onderwereld. 2012)
• Henny lag dan op de achterbank te wippen met de chauffeur. (Raoul Serrée: De Wallen in de jaren '60. Verhalen van prostituees, penoze en de postbode. 2015)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)