Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-03-2023

vangen

betekenis & definitie

1) (1880) (inf.) (m.b.t. geld of loon) ontvangen; verdienen. Vgl. bewiegemen*; zijn bik* ophalen; binnenharken*; knaken* maken; lijsen*; marwiegen*; plakken*; scalpen*; verschieren*; vet* soppen; wegbrengen*. Niets verdienen is in het Bargoens: vegen*.

• Vangen. Geld -, nooit: ontvangen. (Lijst van Zaansche woorden. In: Noord en Zuid. Jaargang 3. 1880)
• Ik moet me loon nog vangen. (G.J. Boekenoogen: De Zaansche volkstaal. 1897)
• Maar als de Hondekop klaar was met berekene en met me baas naar het kantoortje trok om centjes te vange, was het mijn beurt! (Willem van Iependaal: Polletje Piekhaar. 1935)
• Hoeveel kantjes ving ie gistere? Hoeveel kantjes ving ie vandaag? (Willem van Iependaal: Kriebeltjes hoogtepunt. 1937)
• Ik krijg nog dertig jaar alimentatie van je. Ken ik vangen? (Simon Carmiggelt: Morgen zien we wel weer. 1967)
• Hoeveel heb je gevangen? (Heere Heeresma: Geschoren schaamte. 1968)
• Als je wijf bij je thuis komt en zegt dat ze bijna niks gevangen heeft en dat ze nog vijf tientjes te kort komt voor de huur, dan zeggen wij: oké, niks aan te doen. (Rinus Ferdinandusse: De brede rug van de Nederlandse maagd. 1968)
• Zelfstandig werken, dat is wat ik altijd heb gewild. Nu die kans zich voordoet grijp ik die met beide handen aan. ook al betekent dat dat ik voorlopig minder „vang" dan bij de krant' (De tijd: dagblad voor Nederland, 18/03/1972)
• Vange, ww. 1. Vangen. 2. Geld ontvangen. De vervoeging luidt: vange – vong – vongen. Zegsw. ’t op vange(n) anhouwe, liever geld ontvangen dan uitgeven. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• En voor dat stomme, kleine karweitje wil jij aan het eind van de week een paar honderd gulden vangen? (J.M.A. Biesheuvel: Zeeverhalen. 1985)
• En geef me ook maar twee condooms. Die betaal ik je straks wel als ik gevangen heb… (het Vrije Volk, 28/11/1985)
• Vroeger ving je zo honderd piek. (Vrij Nederland, 29/03/1986)
• ... die hebben nóóit een miljoen gevangen, dat kan ik u verzekeren. (Leo Derksen: 'n Aap op 'n fiets. 1987)
• Hij had veertien gulden pensioen gevangen voor wat toen nog 'me Drees' werd genoemd.... (Simon Carmiggelt: De kuise drinker. 1990)
• Over de Majesteit gesproken: hoeveel vangt Zij eigenlijk? (Esquire, november 1994)
• Ik ving honderd dollar in de week. (J.A. Deelder: Angel Eyes. 1998)
• Ik vraag me af hoeveel Otman gevangen heeft voor die foto. (Kees van Beijnum: De oesters van Nam Kee. 2000)
• Louis vangt in Alkmaar een soort veredelde bijstand en hij probeert op allerlei manieren het hoofd boven water te houden. (Youp van 't Hek: Oelikoelie en andere goden. 2006)
• ‘Hoeveel ga ik vangen?’
‘Hier heb je anderhalve gulden voorschot.’ (Martin Schouten: Het palingoproer. 2012)
• Of ik wist hoeveel de keeper van Go Ahead voor die blunder van afgelopen zondag heeft gevangen van de gokchinezen? (NRC Handelsblad, 14/02/2015)
Ze vingen een salaris dat monumentaal maling had aan de Balkenende-norm. (Gert Jan de Vries: Tour de Farce. 2015)
• Hij vangt 3575 euro voor dit diner. (Thomas Acda: Onderweg met roadie. 2015)
• Voor de onderdelen vang jij zeker vijftien mille, minimaal, dus take it or leave it. (Co Pee: Afhaalchinees. 2016)
• “Zo, Klaas,” roept zijn moeder wanneer Klaas het trapje naar de gelagkamer afdaalt. De bel op de deur rinkelt na. “Nog wat gevange?” (Dick Scholten: Betaalde troost. 2018)
• Je vangt genoeg cente voor dat hok. Vijfenzestig spie, toch? “t Is een godvergete tyfusschande. (Dick Scholten: Betaalde troost. 2018)
• Rijk de Gooyer wil “effe vangen” bij zijn verzekeringsman, maar hij vangt alleen bot. “Foutje, bedankt.” (Jaap Toorenaar: Hoe verzinnen ze het? 2019)

2) (1946) (Vlaanderen, inf.) gek, niet goed wijs zijn.

• 'Ik, mij verhangen? gij vangt zeker! zegt hij. (Louis Paul Boon: Vergeten straat. 1946)
• ... vreemde kerels die vriendelijk waren en mij allerlei dingen leerden, hoe je mortel aanmaakt, wat cement is, kiezel, grint, een truweel, een troefel, een gierige pin, mijn kloten Louise, gij vangt zeker? (Jef Geeraerts: Het teken van de hond. 1975)
• Ge zijt ze aan ’t vangen, August. Doe zo verder en ge eindigt nog gelijk die Deen. (Leen van den Berg: Zoon in Congo: zoektocht naar een vader. 2015)