Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-03-2023

uitvaart, zuipvaart

betekenis & definitie

(18e eeuw) (cliché) bij een uitvaart wordt er achteraf steeds veel gedronken.

• Uitvaart, zuipvaart. Dit was een spreekwoord by de ouden, ontstaan uit de quaade gewoonte dier tijden, dat'er by gelegentheid der lijkbegangenissen, op de doodmaalen overdaadig gezopen wierd, tot geen kleine kosten der sterfhuizen. Een slechte vrucht en overdenking des doods! Met de hoogste reden is dat op veele plaatzen afgeschaft. (Carolus Tuinman: De oorsprong en uitleg van dagelyks gebruikte Nederduitsche spreekwoorden, opgeheldert tot grondig verstand der vaderlandsche moedertaal. Deel I. 1726)
• Uitvaart, zuipvaart. [De brasserijen, waartoe het doodmaal in vroegeren tijd aanleiding gaf, hebben dit spreekwoord doen ontstaan.] (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Uitvaart, zuipvaart. ‘Dat was een spreekwoord by de ouden, en ontstaan uit de quaade gewoonte dier tijden dat'er by gelegentheid der Rijksbegangenissen, op de doodmaalen overdaadig gezopen wierd, tot geen kleine kosten der sterfhuizen’ (Tuinman I, 321); Harreb. II, 352 b; Volkskunde XIV, 135; XI, 122, alwaar wordt medegedeeld ‘dat dit spreekwoord herinnert aan de oude Germaansche zielenvereering, die van een gansch stoffelijken aard was; men dacht dat de overledene, in de andere wereld, dezelfde behoeften had als hier op aarde; daarom zette men oorspronkelijk spijs en drank op grafsteden; men hield bovendien gemeenschappelijke maaltijden op de graven, at en dronk er overvloedig, zong en danste er onbedwongen in de meening dat zoo'n doodenfeest de afgestorvenen ten goede kwam’; zie nog Stellwagen, Roomsche Woorden, 213; Ter Gouw, Volksvermaken, 550; Volkskunde XXIII, 99-105, waar rekeningen van uitvaarten uit de 16de eeuw worden medegedeeld; XXV, 164; Tijdschr. v.h. Kon. Aardr. Genootschap 1923, bl. 391 vlgg.; R.J. Hirsch, Doodenritueel in de Nederlanden vóór 1700, bl. 120 vlgg. (F.A. Stoett: Nederlandsche speekwoorden en gezegden. 1923-1925)
• Uitvaart, zuipvaart: zo was het altijd geweest voor de mensen van de Beau-monde, zo had Koksiaan ze allen zien vertrekken, zo had hij van hen afscheid genomen; en het afscheid was moeilijker geweest en had langer geduurd naarmate de dode geliefder en beruchter was. (Robin Hannelore: De schaamrode rapsode. 1972)