Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 15-07-2021

uitdeuken

betekenis & definitie

(2019) (inf.) wegwerken (van rimpels); gezichtsverzorging gebruiken.

• Zodra ze mijn verkreukelde gezicht ziet, begint ze te lachen: ‘Zo, zeg – ligt het aan mij, of moet jij nog een beetje uitdeuken? En het is nog wel 1 mei vandaag.’ (Daphne Deckers: Dubbel zes. 2019)