Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 15-07-2021

überbitch, überteef

betekenis & definitie

(2006) (inf.) ontzettend secreet; teef van een vrouw.

• Alleen de met God telefonerende IJslandse, zelfingenomen überbitch Silvia Night (Congratulations, I Have Arrived) viel hetzelfde lot ten deel als Nederland en België. (NRC Handelsblad, 19/05/2006)
• Zo'n 50 duizend fans in de Amsterdam Arena hebben ook geen moeite met de kruisigingsact van supermom, überbitch en kabbala-meesteres Madonna. (de Volkskrant, 04/09/2006)
• Kadèr Gürbüz mag zachte kant van Karin in 'Thuis' laten zien: “Ik doe alles om haar te beschermen”. De überbitch spelen, dat is altijd plezant. (Gazet van Antwerpen, 08/12/2009)
• Je bent altijd al een bitch geweest, jij. Op school al. Je bent net zo’n bitch als je moeder. Stuk chemisch afval. Gore teef. Überbitch (Pieter Bart Korthuis: Penoza. 2010)
• 'Je bedoelt dat de überbitch naar buiten kwam?' (Marijke van den Elsen: Leuk voor een nacht. 2012)
• Ik ken deze enorme überbitch net twee minuten, maar ik ben al helemaal klaar met haar. (Jeroen Guliker: Niet voor tere zieltjes. 2015)
Nee, dat had ik nog niet door… mijn hemel, wat een überteef. (Jeroen Guliker: Zeven vrouwen later. 2017)
• Ondanks haar opgefokte gemoed beseft ze dat het verstandig is om enig ontzag voor de überbitch te tonen. (Carla de Jong: De ingreep. 2019)