Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 09-06-2020

't is donderen

betekenis & definitie

(19e eeuw) (ook: het wordt donderen) (inf.) het loopt mis; het lukt niet; er zal wat zwaaien!

• Dat wordt donderen met dat overgangsexamen. Want wanneer is dat? (Theo Thijssen: Het grijze kind. 1927)
• Dus, ventje, geen praatjes meer, en zeg graag, met alle plezier, of het wordt donderen. (Cornelis Veth: Prikkel-idyllen. 1930)
• Zeg Peter, wees nou verstandig en denk er aan, dat de Sergeant-Majoor Officier van den Dag is. Jij moet den Sectie-Commandant vanmiddag vervangen, dus kom tijdig op het middagappèl, anders is het donderen. (Fr. Van de Vrande: Grensleven. 1936)
• 't Wordt donderen met Kaatje! (J.B. Schuil: Hoe de Katjangs op de kostschool van Buikie kwamen. 1952)