Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 29-04-2021

skater

betekenis & definitie

(1980+) (jeugd) jongere die het skaten beoefent en hiervoor een speciale outfit draagt. Zie ook: skatechick*.

• Er suist een nieuwe rage door Heerlen, waarvoor menig ouder de jodium in de huisapotheek heeft moeten aanspreken. Want een beetje 'skater' heeft minstens één litteken, waar hij overigens allerminst mee zit. In volle vaart een 'air' (sprong door de lucht), uitvoeren over een 'ramp' (springschans), laat staan een polsbrekende 'drop in' (vrije val) in een 'half pipe' (half ronde stellage) krijg je alleen onder de knie met veel vallen en altijd weer opstaan. (Limburgsch dagblad, 23/08/1989)
• Skaters – versleten gympen, wijde broek met laaghangend kruis, muts en skateboard – of alto’s – sjofele kleding, lang haar – zijn zeer in trek als gabbervijand. (Hetty van der Wal & Margot Bleeker: Hakkûh & strak staan. Het Gabbergevoel. 1997)
• (Frank Bierens & Mo Veld: Gigataal. Stijlwoordenboek voor het nieuwe millenium. 1999)
• Skaters vertonen weliswaar hun kunsten in het openbaar, maar hun bemoeienis met de maatschappij gaat niet verder dan de kwaliteit van de van overheidswege ter beschikking gestelde 'halfpipe'. (NRC Handelsblad, 24/03/2000)
• In de jaren tachtig zijn ook in Nederland skaters te vinden. Deze jongerensubcultuur is in de Verenigde Staten begonnen als een afsplitsing van de hippiecultuur. Skate is de enige jongerencultuur die rond een sport ontstaan is. (Kitty de Leeuw e.a.: Jong 1950-2000. Gepubl. 2000)
• Ik was ook elke week wat anders. Dan weer skater, dan weer hiphopper. Ik ben zelfs nog even gabber geweest. (Nieuwe Revu, 10/10/2001)
• Z'n broek is van Oversize. "Een verkeerd merk. Daar lopen skaters in, geen hiphoppers." (Nieuwe Revu, 22/01/2003)
• Relax, ikzelf kom altijd weer met wat anders aan; dan weer een bezopen skater en de volgende dag een nette kakker, maar dan wel met blauw haar. (Vrij Nederland, 20/09/2003)
• Volgens Tjibbe bestaan er onder Turken en Marokkanen geen verschillende soorten kledingstijlen, zoals dat bij Nederlanders het geval is met hun subcultuurtjes als de Gothics, de skaters en de Lonsdalers: ‘Het belangrijkste is dat je er netjes en stijlvol uitziet,’ zegt hij nogmaals. (Hester Dibbits, Isabel Hoving, Marlou Schrover: Cultuur en migratie in Nederland. Veranderingen van het alledaagse 1950-2000. 2005)
• … skaters deden trucjes op een skateboard in de ‘halfpipe’… (Jessica Meijer: Een blik jodenkoeken. 2013)
• Alle leerlingen zien eruit als alto”s en skaters, met langig haar, tweedehandskleding en Doc Martens, Vans of Clarks. (Mick Johan: Totemdier Arafat. 2017)
• Ze gaan verkleed als keurige kakker, langharige alto, roekeloze skater, griezelige goth, gekortwiekte gabber, bebrilde nerd of bebaarde hipster, maar er zijn evenveel gevallen bekend die bewust nergens bij willen horen. (Jeroen Guliker: Niet voor tere zieltjes. 2 2017)

< >