Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 04-04-2021

Rotpokkeweer

betekenis & definitie

(1953) (spot.) (fictieve plaatsnaam) afgelegen, onbelangrijk oord, vaak met de onderliggende gedachte dat de beschaving er nog niet helemaal is doorgedrongen; negorij; gat. Syn.: Kutjepoep*, Lutjebroek*. Vgl. Am. -Eng. Jerkwater town; Noplaceville; One-horse-town; East Jesus. In het Fr.: Fouilly-les-Oies; Tripatouille-les-Oies. Duitsers hebben het over Oberniederbumsbach (sedert circa 1920).

• Als deze beweging doorzet en volledig succes zou hebben, dan zal er, maar dat ziet men niet, een tijd komen waarin het volk van Rotpokkeweer zich met tranen in de ogen tegen het a.b. fries zal keren en rotpokkeweers op de scholen.... (J.B. Charles: Volg het spoor terug. 1953)
• Want in Rotpokkeweer zal men tegen dezelfde, nu expansieve, dan conservatieve, krachten moeten opkomen die thans geactiveerd worden tegen het nederlandse conservatisme. (Maatstaf. 1954)
• Als het inderdaad waar is dat de gemeente Nijmegen de zaal van het verkiezingscongres van de P.v.d.A. met bloemen en planten heeft opgesierd, dan wil ik mét Harmsen verder wel eens weten waarom eigenlijk het gemeentebestuur van Rotpokkeweer (J.'B. Charles zal het mij vergeven) niet heeft verhinderd dat destijds de plaatselijke vlaggetjes zijn blijven hangen toen in café- Koekoek een vergadering werd gehouden van de plaatselijke afdeling van de Boerenpartij. E. J. (De Tijd De Maasbode, 13/12/1965)
• Deze behendigheid zou een kalvinist niet waardig moeten zijn. De godsvrucht van de koster in Rotpokkeweer kan aanzienlijk sterker zijn dan die van de geslaagde petroleumkoning-minister.... (J.B. Charles: Het bataafse christendom. 1970)
• Als deze beweging doorzet en volledig sukses zou hebben, dan zal er, maar dat ziet men niet een tijd komen waarin het volk van Rotpokkeweer zich met tranen in de ogen tegen het algemeen beschaafd fries zalkeren en rotpokkeweersop de scholen en de verkeersborden wensen. (Leeuwarder courant, 10/08/1983)
• Kutkrabbedijk/Kutkrabberveen/Kut-Op-Krabbedijk; Lutje- broek (aan de Greppel); Rotpokkeweer enz. Je zal ze de kos motte geve die met de klei nog achter d’r ore uit Kutjepoep of Reetketelpikkerumschans naar die grafstad komme toegekrope ... (J.A. Deelder: Drukke dagen, 1988)
• t Is treurig, zoveel oppervlakkig egoïsme bij historische ontwikkelingen, maar zo is de mens: het allerbelangrijkst vindt hij datgene wat naast de deur gebeurt, en de toestanden verderop interesseren hem des te meer naarmate hij daarin iets van zijn eigen omstandigheden aantreft, of juist het tegendeel. Eigen rotpokkeweer versus andersmans stralende zon. (NRC Handelsblad, 29/06/1991)
• 'Een berucht dorp in Nederland, vooral bij semi-professionele bandjes,' aldus een informant, 'is Oostkutteren. Door weer en wind in een oude Ford Transit kom je dan uiteindelijk aan bij etablissement "Het wagenwiel". Nog verder weg, waar de zon zelden schijnt, ligt Rotpokkeweer. Optreden doe je daar in zaal Strontzicht.' Rotpokke(n)weer werd in 1986 opgenomen in de Grote Koenen. De omschrijving luidde: 'geringschattende, verzonnen naam voor een onbelangrijke plaats, gat'. In latere Koenens werd dit woord niet overgenomen. Overigens telt Nederland momenteel tien plaatsnamen die beginnen met Rot- (van Rothem tot Rottumeroog) en zeventien plaatsen die eindigen op -weer (van Amsweer tot Zandeweer). (Ewoud Sanders: Van Nergenshuizen tot Absurdistan. Verzonnen plaatsnamen in het Nederlands. 2003)