Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-07-2021

rode lamp

betekenis & definitie

(1937) (Barg.) (1937) (Barg.) bordeel. De ‘rode lampjesbuurt’ is de prostitutiebuurt, in Amerika niet alleen het ‘red-light district’, maar ook wel het ‘blue chamber district’ genoemd. The ‘white-light district’ betekent: de theaterbuurt. Een rode lamp of lantaarn signaleerde vroeger een bordeel. Ze deden dienst als uithangbord. Dergelijke etablissementen stonden onder officieel politietoezicht. Balzac maakte er al in 1846 melding van in zijn roman ‘Cousine Bette’.’ De Amerikaanse taalkundige Christine Ammer geeft volgende verklaring (Seeing red or tickled pin. 1992): “The use of a red light as a traffic signal to stop dates from the early days of railroading, in the mid-19th century, and it soon was extended to signal any kind of warning of danger (much later it sometimes was called a red alert). Late in the 19th century brothels began to display a red light at their front door, presumably to signal passersby to stop and patronize them. From this practice came the term red-light district for the section of a town where many houses of prostitution are located.” ‘Bij de rode lamp zitten’ is een Bargoense uitdrukking voor: in de prostitutie zitten.

• Lamp: bij de rode - zitten: prostitue zijn. (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• Ik ken de methodes en de manieren van het milieu want ik ben opgegroeid in een buurt van Amsterdam waar de rooie lampjes branden en daarom achttienjarigen, met al jullie wijsheid en vermeende nuchterheid, staan jullie nog als kleine kinderen tegenover de werkelijkheid van het leven en de gevaren hiervan in plaatsen als Amsterdam. Amsterdam. (Leeuwarder courant, 05/09/1962)
• … ik heb de hele week 's nachts na twaalven door de meest ongure straatjes van dit dorp gefietst, maar ik ben geen rode lamp tegengekomen. Ik vrees dat de prostitutie hier nog niet is doorgedrongen, zodat alleen een retourtje Amsterdam (redactie-declaratiebonnen?) de oplossing kan brengen. (Het Parool, 18/01/1969)
• (Onze Taal Taalkalender 2008, 13 november)