Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 26-03-2021

ravijn

betekenis & definitie

(1983) (inf.) vrouwelijk geslachtsdeel. Vgl. gleuf*; spleet*.

• …. pik in haar hand en leidde hem naar haar ravijn. (Heere Heeresma: Een hete ijssalon. 1983)
• we waren eens onze mushies aan het vergelijken toen zag ik dat haar poepgaatje er net uitzag als haar ravijntje.. erg he nou doei he... (www.fotolog.com, 14/12/2009)