Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-03-2021

poep van de hofmeester

betekenis & definitie

(1978) (sold.) pindakaas.

• (Henk Salleveldt: Het woordenboek van Jan Soldaat. 1978)
• (Ton Spruijt: Woordenboek van de stoelgang. 2004) p. 111
• (Arie Bras en Wim Daniëls: Dakhazen en bretelpiano’s. Humor die geen pijn doet. 2012)