Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 12-02-2021

peper-en-zoutstel

betekenis & definitie

1) (1950+) (Barg.) lesbisch stel.

• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• Peper- en zoutstelletje, lesbisch paartje (< twee potjes bij elkaar).
(Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• Twee jonge vrouwen, allebei bruinverbrand, allebei met kortgeknipt haar, zo op het eerste oog een peper-en zoutstel. (Wil Schackmann: Genoeg gesold. 1988)
• (Arendo Joustra: Homo-erotisch woordenboek. 1988)
• (Hanneke Kunst en Xandra Schutte: Lesbiaans, Lexicon van de Lesbotaal. 1991)
• peper- en zoutstelletje • Lesbisch paar. In de betekenis ‘een potje voor zout en een potje voor peper’ was ‘peper- en zoutstelletje’ al langer gangbaar. Een benaming als ‘peper- en zoutstelletje’ heet qua woordvorming een zijspanduo, zoals ook luister- en kijkgeld en reis- en kredietbrief (zie bij die woorden). Een ander nieuw zijspanduo uit de jaren vijftig dat hier niet als zelfstandig trefwoord is opgenomen, is ‘kleur- en smaakstoffen’. (Wim Daniëls: Mieters. De taal van de jaren vijftig. 2012)

2) (1984) (meestal verkleinvorm: -stelletje) glas bier met een borrel ernaast.

• Peper-en-zout-stelletje. In 1984 voor het eerst vermeld, in de Grote Van Dale, voor 'glas bier met een borrel ernaast'. Mogelijk is deze benaming ontstaan als uitbreiding van stelletje, dat sinds de jaren vijftig in dezelfde betekenis wordt gebruikt. In het Bargoens werd peper-enzoutstelletje eerder, sinds de jaren veertig, gebruikt voor 'lesbisch paartje'. 'Aanleiding is waarschijnlijk de waarneming van twee potjes bijeen', zo wil een Bargoens woordenboek. Ook bij de combinatie van bier en jenever staan twee 'potjes' of'glazen' op de toog bijeen. (Ewoud Sanders: Borrelwoordenboek. 1997)