Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 27-01-2021

opeten

betekenis & definitie

(1990) (bridge) incasseren.

• Na ruitenstart hoefde zuid eigenlijk niet eens verder te spelen, naar na een andere start ging zuid natuurlijk op zoek naar een overslag en na afloop bleek dat ook een aantal keren te zijn gelukt. 'Dat kan niet', was de eerste reactie, 'je kunt die Ruh toch niet opeten?' (Het vrije volk, 11/01/1990)
• Hij nam in slag twee, verloor de A-snit, en kon zijn verliezers in klaveren en ruiten niet meer opeten. (Limburgsch dagblad, 02/12/1994)
• Opeten. In de uitdrukking ‘niet kunnen opeten’ (van een verliezer): er als leider niet onderuit kunnen nog een slag af te staan in de genoemde kleur. (Toine van Hoof: Het Bridge woordenboek. 1998)
• Incasseren: Slagen maken met kaarten die (inmiddels) hoog zijn. Hier zijn veel synoniemen voor: meenemen, meepakken, oprapen, te gelde maken, opeten. (http://www.leer-bridgen.nl)