Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 05-01-2021

naald

betekenis & definitie

(17e eeuw) (sch.) (dunne) penis. Een verouderde uitdrukking is ‘geen naald op haar kompas krijgen’: gezegd van een vrouw die geen man kon krijgen.

• (Hans Heestermans: Erotisch Woordenboek. 1980)
• Hij kronkelde op zijn bedje, onder al die handen en die ene mond, zijn heupen wrongen zich, zijn ballen trilden, zijn harde naald wipte op en neer bij iedere hartslag en hij jengelde zacht. (Eric Kollen: Tinkelbells uit Amsterdam. 2016)