Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 26-03-2021

linksdragend

betekenis & definitie

(1950+) (inf.) gezegd van een man wiens penis aan de linkerkant in de onderbroek zit. Oorspronkelijk een kleermakersterm. Zie ook: rechtsdragend*.

• Rechtsdragende mannen komen zelden voor, de meesten zijn linksdragend. (Het vrije volk, 13/06/1970)
• Opdracht voor de deelnemers: tap twee glazen bier en schenk een flesje in. Breng dat naar de jurytafel en serveer het „uit". De deelnemers rekenen snel en vaardig: dat worden dan drie viltjes voor de glazen en één voor het flesje. Eh, o ja, het kroonkurkje van het flesje moet netjes in 'het bakje en de flesseopener moet terug op de plaats. Oppassen: de meeste mensen zijn linksdragend en rechtsdrinkend. Daarom dus het glas links naast de fles geplaatst (voor de drinker rechts). (Nieuwsblad van het Noorden, 15/10/1975)
• Ter gelegenheid van een voordracht in een politiek vrouwencafe maakte ze een "politiek' vers: een jongen klaagde steen en been over zijn rechtse vader, die ondanks alles linksdragend bleek te zijn. (Algemeen Dagblad, 18/12/1991)
• Het overgrote deel van de mannen is linksdragend, zegt ook uroloog Jean de la Rosette van het Radboudziekenhuis in Nijmegen. Ervaringsfeit: de linker bal hangt niet alleen iets lager, hij is doorgaans ook iets groter. Waarom? De la Rosette: "Ja, waarom zijn de linker- en de rechterhelft van de hersenen verschillend? En waarom zit het hart iets naar links? ' (Trouw, 27/04/1994)
• Ze was achttien toen ze voor het eerst een band om haar bovenlichaam snoerde om haar aanzienlijke boezem te pletten, een sok in haar onderbroek deed om te suggereren dat ze 'linksdragend' was, uiteraard haar kleding aanpaste en naar een herenkapper ging. (het Parool, 06/03/1999)
• Het laatste nieuws: aan de stand van de heupen van een penaltynemer is te zien in welke hoek hij gaat schieten. Nader onderzoek moet uitwijzen of die stelling ook opgaat voor zwaargeschapen voetballers en of het uitmaakt of een speler rechts- dan wel linksdragend is. (het Parool, 01/07/2002)