Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 24-04-2022

kaairidders

betekenis & definitie

(1906) (Barg.) bootwerkers; sjouwerlui aan de kaden.

• (Köster Henke: De boeventaal. 1906)
• Het woord kadraaier bijv. dat in de Amsterdamsche volksschetsen van Justus van Maurik herhaaldelijk voorkomt, was synoniem met kaaidraaier, maar iets anders dan kaairidders. ’t Laatste geldt nog voor sjouwerlui aan de kaden, ’t eerste voor de zoetelaars, welke aan boord van de schepen den kleinhandel drijven. (De courant, 18/03/1911)
• (E.G. van Bolhuis: De Gabbertaal. 1937)
• (Henry Roskam: Boeven-jargon. 1948)
• (Fokko Bos: De vreemde woorden. 1955)
• Hij leerde de mannen kennen, die meewerkten in de keten van 'Skilleper' (schelpenvisser) en 'opdrager' (vervoerder) en 'kaairidders' (lossers). (Kathinka Lannoy, Bob Dennebom: Derper-Hoever-Binder: over geschiedenis en volksleven van De Drie Egmonden. 1969)
• En steevast komen die nostalgische mijmeringen over het ruige leven in het wilde westen uit bij het roemruchte Thalia Theater, waar de kaairidders na het 'troldertje zeggen' bij de schippersvrouwen een 'bioscopie' gingen pikken. (het Parool, 23/01/1997)
• Zijn moeder - meer dan honderd kilo - gooide eens met haar blote handen een dronken kaairidder de winkel uit omdat hij haar kinderen bedreigde. (NRC Handelsblad, 05/03/1999)
• Als 's nachts de schepen met vis de haven binnenkwamen, moesten de porders de kaairidders (havenarbeiders) uit hun bed halen. (het Parool, 23/07/1999)
• Het moegdreek tarpen was een geheimtaal, waarschijnlijk begonnen na de opening van het Noordzeekanaal in 1876. In die tijd werd de visserij een bron van bestaan in IJmuiden, die zorgde voor werkgelegenheid maar ook voor onderlinge broodnijd. De groepen die het 'dieventaaltje' spraken waren de vletterlieden, de kaairidders, ofwel de vislossers, en sleepbootbemanningen. Allemaal om de concurrentie bij het lossen of slepen van schepen voor te zijn. (Ijmuider Courant, 29/05/2008)
• Oom Cees was een kaairidder, net als zijn vader. Ze hingen werkeloos op de kades rond omdat er geen schepen te lossen waren. (Katja Schoondergang: Bewezen diensten. 2011)