Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 21-08-2020

inkoppertje

betekenis & definitie

(1980+) (inf.) voor de hand liggende opmerking.

• Inkoppertje: voor de hand liggend, kans voor open doel. (Marc Hofkamp & Wim Westerman: Aso’s, bigi’s, Crimi’s. Jongerentaalwoordenboek. 1989)
• Nog een inkoppertje: schaf alle cultuursubsidies af. Levert een miljard euro op. (Vrij Nederland, 17/05/2003)
• Grap gestolen, hoe erg is dat delict? En kan je er schadeloosstellingen van Amerikaanse proporties mee binnenhalen? Ik heb niet mijn hele tamelijk uitgebreide oeuvre doorgelicht, maar ik vermoed dat de combinatie van de slagwoorden ‘Rita Verdonk + asielzoekers + blijven zitten’ de laatste jaren zeker een tiental keren in genoemde grapvorm voorbij is gekomen. Als je elke week de actualiteit becommentarieert en bijna elke week doet die Rita Verdonk iets waarvoor je als minister zou moeten ophoepelen, dan ontkom je niet aan deze formulering. En als zo’n Rita op een onbewaakt moment ook nog begint te kwaken over het onderwijs, dan aarzel je geen moment: ‘Zou ze zo veel van het onderwijs afweten omdat ze op school ook alleen maar bleef zitten?’ Ongetwijfeld ben ik niet de enige geweest die deze inkopper wist te verzilveren. (Nieuwe Revu, 03/10/2007)
• Het is een lezing die een inkoppertje leek voor de advocaten van de Hells Angels. (John van den Heuvel & Bert Huisjes: De Gevallen Engel. 2009)
• Maar eerst wil hij nog iets beter duidelijk maken waar het GVB voor staat. ‘Stel, je zit op de tram en er komt in de verte een oud omaatje aanlopen. Net als ze bij de tram is aangekomen, doe je de deur dicht. Is dat nou klantvriendelijk?’
‘Neeeee!’ roepen we in koor. Dit lijkt een inkoppertje. (Jorie Horsthuis: Op de tram. Een jaar als conducteur in Amsterdam. 2011)
• Je was zaterdag zo lekker fel en op dreef, eigenlijk was het gewoon een inkoppertje. (Jeroen Guliker: Niet voor tere zieltjes. 2015)
• Inkoppertje. Wie zwijgt stemt toe. (Viktor Frölke: Het dispuut. 2017)
• Dat was een fijn inkoppertje voor Joris. (Roos Schlikker: Huisje boompje beest. 2017)