(19e eeuw) (Vlaanderen, euf.) iemand een afranseling geven.
• Slaan: iemands leer kloppen, iemands frak uitborstelen (of uitkloppen), iemands ooren wasschen, leg- op geven, haver uit de flesch (of de mouw), lange haver geven, iemands rug meten, iemand Vlaamsch leeren. ‒ Ge zult slagen krijgen: ge zult er tegenvliegen, zult er van krijgen (of hebben, weten te spreken), ze zullen uw ooren warmen, het zal er op zijn, ge zult op uw banden krijgen, zult van de vuisten proeven. (Amaat Honoraat Joos: Schatten uit de volkstaal. 1887)