(20e eeuw) (euf.) menstruatie hebben. Vermeld door Van Dale. Ootje is in Noord-Holland een vleinaam (gevormd uit 'grootje') voor grootmoeder. Zie: grootmoeder* te logeren hebben; opoe* op bezoek hebben.
• oot, ootje: grootmoeder; ootje over hebben: ongesteld (wezen) (zie opoe). (H. Scholtmeijer: Veluws Handwoordenboek. 2011)
• We gaan natuurlijk eerst te rade bij taalautoriteit Van Dale. Daar beginnen de problemen al. De Dikke meldt allereerst dat ootje een oude vleinaam is, gevormd uit grootje, ofwel grootmoeder. Vervolgens zegt het woordenboek dat ‘het ootje hebben’ een informele aanduiding is voor menstrueren. Huh? Dus ongesteldheid is bij uitstek een omakwaaltje? Toch eens vragen aan mijn echtgenote als die terug is van zwemmen met ons kleinkind. (http://mattdings.blogspot.com, 06/10/2015)