Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 20-08-2020

er ingeramd zijn

betekenis & definitie

(1972) (inf.) gezegd van iets dat stevig verankerd is, dat niet uit te wissen is.

• Werk is er voor mij niet. ... Dat zit als gedachte ingeramd. (Hermine Heijermans: Nog meer minnaars en vele lichte vrouwen. 1972)
• Maar ook een lieve mevrouw, die Bezonken rood had gelezen en het zo móói vond, zó mooi, nee, ze had er geen woorden voor, zo ver schrik ke lijk mooi. ... een aanwensel dat mij tijdens mijn kostschooljaren is ingeramd: — wij moesten iedere week een behoorlijk lange brief 'naar huis' schrijven. ... (Jeroen Brouwers: Kroniek van een karakter: 1976-1981. 1986)
• De angst voor een vroeggeboorte of hersenbeschadiging zat er bij mij goed ingeramd.(Daphne Deckers: De geboorte van een moeder. 2015)