(1970) (Barg.) een buitenkansje maken. 'Een opstekie geven': bevoordelen.
• Besnuffelen (zakken rollen). Inseinen (waarschuwen). Iemand een kunstje flikken (een pak rammel geven etc.). Een zeeperd geven (benadelen). Een opstekie geven (bevoordelen). Ik loop stuk (het gaat mis met me). (Johan Wilhelm Groothuyse: De arbeidsstructuur van de prostitutie. 1970)
• (Enno Endt & Lieneke Frerichs: Bargoens Woordenboek. 1974)
• (Paul van Hauwermeiren: Bargoens. Vijf eeuwen geheimtaal van randgroepen in de Lage Landen. 2020)