Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 26-04-2022

dat scheelt een slok op een borrel

betekenis & definitie

(1858) (inf.) dat scheelt heel wat, een heleboel.

• Het scheelt wel een' slok op een' borrel. (P.J. Harrebomée: Spreekwoordenboek der Nederlandsche taal. 1858-1862)
• Het scheelt wel een slok op een borrel. De rechte drinkers drinken hun' borrel in eens op; maar die nog niet op den hoogsten trap van de edele kunst van drinken zijn, verdeelen hun1 borrel in slokken. Een slok op een borrel is in de oogen der liefhebbers nog al heel wat! (A.E.B. Herroem : Bacchus, in Spreekwoordentaal. 1874)
• En werkelijk kreeg ik na eenige dagen f 300 opslag. Dat was, in soldatentaal, een slok op een borrel. Mijn salaris bedroeg toen nog maar f 1500. (E.J. Bartelink: Hoe de tijden veranderen. 1916)
• 't Scheelt een slok op een borrel, wordt gezegd, als er veel aan mankeert. (Spreekwoorden en spreekwoordelijke uitdrukkingen, voornamelijk uit Goeree en Overflakkee. In: De Nieuwe Taalgids. Jaargang 13. 1919)
• Het is maar goed, dat ze 'm niet hebben geschaakt, dat scheelt volgens de wapenbroeders een „slok op een borrel." (Fr. Van de Vrande: Grensleven. 1936)
• Kees, je bent nog steeds een nietsnut, maar je bent nu een gemotiveerde nietsnut en dat scheelt een slok op een borrel. (Simon Carmiggelt: De rest van je leven. 1979)
• Het Nederlandse leger wordt zó geteisterd door gebrek aan brandstof, dat één compagnie infanterie nog slechts zes van de twaalf tanks kan laten rijden. Dat scheelt een aardige slok op een borrel. (Leo Derksen: De dansende kater, 1983)
• (Ed van Eden: Deltas groot spreekwoordenboek. 1989)
• `Aha! En hoeveel scheelt dat?' `Een jas, Van Dreutelen.' `Hoeveel?' `Een jas.' `Jaja. Een slok op een borrel?' (J.A. Deelder: De T van Vondel, 1990)
• Hoekstra verkoos dit jaar Leontien van Moorsel langs de kant te houden en dat scheelde een slok op een borrel. (de Volkskrant, 22/08/1991)
• Dat moet Veronica een slok op een borrel - oeps! - schelen nu Rob Out eindelijk de deur achter zich dicht trekt. (Trouw, 25/09/1992)
• Als ik nou eens zou ophouden met van haar te houden, dacht Willem, dat zou een slok op een borrel schelen. (Lydia Rood: Buslucht. 1992)
• Kok en de zijnen houden ook niet van mystificaties. Dan worden lijnen en compromissen ineens veel duidelijker. Dat scheelt een slok op een borrel in de vertaalbaarheid van de politiek naar de burger. (Elsevier, 20/08/1994)
• Het had een slok op een borrel gescheeld als Hans lijsttrekker was geweest. (Vrij Nederland, 02/05/1998)
• En dat is niet alles, want dit jaar is ook Lamfreits eigen huis, dat met de twee garages, volledig afbetaald. Dat scheelt best een slok op een borrel, ook al heeft hij zijn hypotheek ongeveer kunnen aflossen met de huuropbrengst van zijn eerste huis, dat zonder garages. (Paul Verhuyck: Hout en koper. 1999)
• Door de vele mislukte fusiepogingen van KLM is de beslissing in nieuwe vliegtuigen te investeren steeds vooruitgeschoven. Nu vanwege de crisis ieder dubbeltje moet worden omgekeerd scheelt dat een slok op een borrel in dure verplichtingen aan vliegtuigbouwers, leasemaatschappijen of andere investeerders. (NRC Handelsblad, 10/11/2001)
• Het scheelt na 1 januari werkelijk een slok op een borrel waar je sterke drank koopt. Eén? Minstens twee ferme teugen per neut, want nu al is gedistilleerd over de grens euro's goedkoper. Straks komt daar per fles nog eens een euro bij. (de Gelderlander, 15/11/2002)
• Er staan weliswaar twaalf nieuwe nummers op de cd, maar de meeste komen neer op herhalingen van of minimale variaties op beproefde recepten: dezelfde beats, dezelfde gitaarloopjes, dezelfde maniertjes in de raps en zang. Niet slecht - 1-0-0 is bijvoorbeeld een heel leuk nummer - maar zonder de verrassing en de opwinding van het debuut. Dat scheelt een slok op een borrel. (het Parool, 13/05/2003)
• Het saneren van de enorme schuldenlast waaronder deze landen gebukt gaan, zou een flinke slok op een borrel schelen. (Vrij Nederland, 17/05/2003)
• Drs. H. Mandos & M. Mandos-Van de Pol: De Brabantse spreekwoorden. 6e druk. 2003)
• Mijn daaropvolgende beleefde weigering vatte hij niet op als een belediging en grinnikend zei hij: ‘Ach, dat scheelt mij weer een slok op een borrel.’ (Theo van Rijn: Theo logische beschouwing. 2014)
• De storm is weer gaan liggen en de drang naar drank is weer verdwenen. Het was op het nippertje. Het scheelde een slok op een borrel. (Loïs Bisschop: Ik ben Loïs en ik drink niet meer. 2015)