(1979) (cliché) (hyperbool of schromelijke overdrijving) gezegd wanneer iets je ergert. Syn.: daar word ik knorrig van. Zie ook: Ik word niet goed.
• knorrig - opvolger van daar word ik niet goed (knorrig) van. Amsterdam. (NRC Handelsblad, 10/03/1979, over jeugdtaal)
• Ik erger me aan het mom van goedheid. Daar word ik niet goed van. (Limburgsch dagblad, 05/01/1980)
• De volwassenen krijgen een groot bestek, maar Gerardje krijgt altijd een bestek dat een slag kleiner is! Daar word ik niet goed van. (W. Albeda: Moeders: bekende Nederlanders over hun moeder. 1986)
• Een andere inleider, Mr. Hoogendijk, medeoprichter van Aktie Strohalm, noemde een pleidooi voor energiebesparing „versluierend". „Het gaat er niet om energie te besparen, maar gewoon om minder rotzooi te produceren", aldus Hoogendijk. „Termen als selectieve groei, daar word ik niet goed van." (De waarheid, 14/01/1989)
• 'Ik vind Sean een leuke naam voor een jongen.' 'Sean? Daar word ik niet goed van. Waarom Sean?' (Helen Knopper: De pretentie. 1993)
• Al dat gezwatel, daar word ik niet goed van. (Gerrit Komrij: Twee punt nul. 2013)
Gepubliceerd op 27-07-2020
daar word ik niet goed van
betekenis & definitie