Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 18-05-2020

callboy

betekenis & definitie

(1975) (< Eng.; naar analogie van callgirl), prostitué die op telefonische afspraak zijn diensten aanbiedt. Het woord duikt vooral op in contactadvertenties.

• De Haarlemse zedenpolitie heeft met de arrestatie van de. 37-jarige Joop L. M. de K. een landelijke callboy-organisatie opgerold. In deze organisatie werden jongens tussen 16 en 21 jaar gedwongen homofiele handelingen te plegen. (Nieuwsblad van het Noorden, 18/02/1975)
• Call-Boy Waarom zou vrouwen niet zijn toegestaan wat voor mannen al sinds eeuwen vanzelfsprekend is? Lees het in Henry Jaegers boek Een man heeft zijn prijs. (advertentie in Nieuwsblad van het Noorden, 20/06/1980)
• Heel af en toe zet ik nog wel eens een advertentie `callboy verwent'. (Opzij, oktober 1989)
• Tot slot zijn er tophoeren en professionele callboys. (Sietske Altink: Handel in hartstocht. Het prostitutiebedrijf in Nederland, 1995)
• Leo hoeft overigens geen column, want hij heeft na z'n rechtenstudie en respectievelijke loopbanen als copywriter, culinair fotograaf, call-boy voor dames en redactielid bij diverse programma's met Caroline Tensen het geluk gevonden als loodgieter. (Nieuwe Revu, 23/12/1997)
• Een keer was het bijna misgelopen toen ze een callboy had ingeschakeld. (Pieter Aspe: Dryse incident. 2009)