Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2025)

Gepubliceerd op 10-04-2020

anaalridder

betekenis & definitie

(2004) (sch.) (varianten: anaalrijder, anaalvandaal) homoseksueel persoon; iemand die graag anaal neukt*. Talrijke syn., o.a. achterlader*, achteropwerker*.

• De volgende dag kon ik niet meer ongehinderd naar de website van deze krant. Eerst kreeg ik de startpagina van iets dat zich Linksummary noemde. Deze linkmiegels boden mij ongevraagd allerlei diensten aan, waaronder veel harde porno onder benamingen als 'Goedkope sletjes', 'Anaalrijders', 'Groot geschapen', 'Heb je ze liever kaal?' en 'Alice heeft grote borsten'. (NRC Handelsblad, 29/01/2004)
• Van mijn vroegere, homoseksuele baas bij een tijdschrift vernam ik dat hij niet kontneukt en zich ook niet lààt nemen van achteren. Ik dacht altijd dat alle ho-mo’s bruinwerkers waren, maar mijn meerdere vertelde me toen dat heel veel homo’s helemaal geen anaalridder zijn! Er zelfs niets van moeten hebben… (https://rdanckaert.wordpress.com, 29/05/2010)
• Luister hem , de anaal ridder zegt ook wat, als je me dood vent zal je uw kont moeten verhuren voor eten. (Freddy Van Schil: De Rioolratten. 2018)
•(Piet van Sterkenburg: Rot zelf lekker op. Over politiek incorrect en ander ongepast taalgebruik. 2019)

< >