Woordenboek van Populair Taalgebruik

Marc De Coster (2020-2024)

Gepubliceerd op 12-01-2022

alle zegen komt van boven

betekenis & definitie

(19e eeuw) (sch.) gezegd wanneer het plots begint (onverwachts en hard) te regenen.

• Alle zegen komt van boven. Een uiterst geschikle plaats dus om den gouden regen over ons te laten nederdalen. (Het nieuws van den dag voor Nederlandsch-Indië, 28/05/1926)
• Onder het motto „alle zegen komt van boven", ziet Huisman daarom de regen zeker niet als een kwade voorbode (minder publiek) voor het komende weekeinde. (De Telegraaf, 27/07/1973)
• Zegen, znw. de, in de zegsw. alle zegen komt van boven, schertsend gezegd als men zelf of een ander onverwachts iets nats op het hoofd krijgt, of als het (plotseling en hard) regent. (Jan Pannekeet: Westfries woordenboek. 1984)
• Met zo’n pummel die denkt dat alle zegen van boven komt en in zijn vrije tijd op een brommer rijdt! (Mensje van Keulen: De gelukkige. 2001)